Zo versloeg het MIT Blackjack Team de casino’s
In de jaren tachtig en negentig verdiende een groep studenten van de Amerikaanse universiteit MIT miljoenen met blackjack. Hoe deden ze dat?
Het verhaal van het MIT Blackjack Team is zo spectaculair, dat je zou denken dat het verzonnen is. Er zijn dan ook diverse films en documentaires op gebaseerd (een daarvan vind je onder aan deze pagina).
Maar het verhaal is echt. En het begint in Cambridge, Massachusetts, aan de Amerikaanse oostkust. Hier bevindt zich de campus van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Dit is een van de meest prestigieuze technische universiteiten ter wereld, opgericht in 1861.
Onder de afgestudeerden van de MIT bevinden zich 75 Nobelprijswinnaars. En enkele honderden valsspelers.
Of nu ja, casinomanagers noemen de studenten uit het MIT Blackjack Team valsspelers.
Zelf denken die studenten daar net een beetje anders over. Zij versloegen in de jaren tachtig en negentig de casino’s op een volstrekt legale manier: het tellen van kaarten.
Wat is kaarten tellen?
Kaarten tellen is een manier om slimmer blackjack te spelen.
Als je bij blackjack de verschillende kaarten telt, die op tafel komen, heb je een grotere kans om te winnen van de bank.
Dit alles onder het motto:
In blackjack high cards favor the gambler, low cards the casino
Waarom dat is? Stel dat er relatief veel tienen en azen tussen de resterende kaarten in de slof zitten. Je hebt dan als speler relatief veel kans op blackjack (met 3 tegen 2 uitbetaling). En als je dubbelt, heb je veel kans op een gunstige kaart.
Zitten er veel lage kaarten (3, 4, 5, 6) in de slof, dan heeft de bank een voordeel, aangezien deze volgens de regels van blackjack altijd een kaart moet nemen bij 12-16 punten. Dankzij de vele kleine kaarten koopt de bank zich niet zo snel dood.
Kaarten tellen om te winnen is zo’n beetje al zo oud als de geschiedenis van blackjack. Maar het werd in de jaren vijftig tot in de finesses geoptimaliseerd door professor Edward O. Thorp (1932), die ook de beroemde basis strategie ontwikkelde voor blackjack.
En jawel: Edward Thorp doceerde als topwiskundige aan de MIT.
In 1962 verscheen zijn bestseller Beat the dealer, waarin hij voor het eerst aantoonde dat je met de juiste strategie de bank kon verslaan, dankzij kaarten tellen.
Tot op de dag van vandaag geldt Beat the dealer als dé klassieker voor professionele blackjackspelers.
Hoe ontstond het MIT Blackjack Team?
Begin jaren tachtig raakt een clubje MIT-studenten geïnspireerd door het boek van Thorp. Ze leren zichzelf kaarten tellen en gaan tijdens spring break naar Atlantic City om hun skills te beproeven. Met succes.
Hieruit komt het eerste MIT Blackjack Team voort, dat door de jaren heen wordt aangevuld en ververst met nieuwe spelers.
De club wordt ook steeds professioneler. Begin jaren negentig is het van een hobbygroepje uitgegroeid tot een officiële maatschap met statuten, Strategic Investments genaamd.
Er zijn destijds zo’n 80 MIT-studenten actief als professioneel blackjackspeler. De spelers reizen de halve wereld af om casino’s leeg te spelen, van Las Vegas en Atlantic City tot de Caribische eilanden en Monaco.
Het team verdient kapitalen, maar de casino’s kijken niet lijdzaam toe hoe hun kas geplunderd wordt. Steeds meer spelers krijgen een entreeverbod en na verloop van tijd begint op te vallen dat de meeste kaartentellers een adres hebben in Massachusetts en verbonden zijn aan MIT.
Eind 1993 wordt Strategic Investments officieel ontbonden. Kleinere groepjes gaan zelfstandig door, maar rond het jaar 2000 komt er een einde aan de blackjacklegende.
Hoe gaat dat precies, kaarten tellen?
Er zijn verschillende methodes om kaarten te tellen, maar de meest gebruikte is de ‘high-low strategie’.
Wordt er een hoge kaart gedeeld (een 10 of een aas) dan krijgt die kaart het telcijfer -1. Wordt er een lage kaart gedeeld (2 t/m 6): + 1. De 7, 8 en de 9 tellen als 0.
Stel dat de eerste acht kaarten van een slof de volgende zijn: Q, K, 8, 3, 2, 10, A, 8. Dan staat de teller op -2.
Een geoefende kaartenteller houdt er rekening mee hoeveel decks er nog in de slof zitten en weet dan of er relatief veel of weinig hoge kaarten over zijn. Voor iedere stand van de teller weet hij dan wat de juiste strategie is: passen of hitten. Staat de teller hoog, dan is verzekeren zelfs verstandig, terwijl dat normaal gesproken bij blackjack altijd een domme beslissing is.
Daarnaast kun je je inzet verhogen als de teller hoog staat en verlagen als de teller laag staat.
Dat is het, in het kort.
De studenten van het MIT Team gebruikten veel complexere methodes, die nog veel meer voordeel opleverden ten opzichte van de bank. Maar daar zijn het dan ook elite-studenten voor.
Waarom deden ze het in teamverband?
Hoewel kaarten tellen niet verboden is, houden casino’s er niet van. Logisch, want kaarten tellen kan voor het huisvoordeel voor het casino zeer ongunstig zijn. Hou je je aan de normale basic strategy, dan is het huisvoordeel ongeveer 0,5 procent. Dat is al bijna niets dus. Van elke euro die je inzet, verlies je dan gemiddeld een halve cent.
Een geoefende kaartenteller kan dat ombuigen naar een voordeel voor de speler van 1 procent of meer. Dan verdien je dus met elke euro die je inzet gemiddeld een cent.
Betrapt een casino spelers op kaarten tellen, dan wordt hen veelal op vriendelijke doch dringende wijze verzocht hun spel te staken en het casino te verlaten. Dankzij beelden van beveiligingscamera’s weet de security voortaan wie ze al bij de entree moeten tegengehouden.
Daarom werken de studenten in een team, met verschillende rollen: de één telt voornamelijk, de ander speelt. Maar altijd zo dat niemand kan zien dat de teamleden elkaar kennen. Zo valt het kaarten tellen minder op.
Welke rollen waren er in het MIT Blackjack Team?
Een team bestond doorgaans uit:
Spotter
Een spotter telt kaarten aan de blackjacktafel terwijl hij/zij zelf speelt. Zet hij hoger in naarmate de de kaarten ‘warm’ zijn, dan kan de dealer of de security argwaan krijgen. En dan is het: ‘daar is de uitgang’.
Daarom zullen de meeste spotters de tafel juist verlaten als het dek warmer begint te worden, om een seintje te geven aan een van de andere teamleden.
Back-spotter
Een back-spotter kan zowaar kaarten tellen zonder dat hij zelf aan tafel zit. Wordt de tafel warm, dan waarschuwt hij een spelend teamlid.
Gorilla
Een gorilla telt zelf geen kaarten. Een gorilla – type proleet – speelt grof, maar alleen aan de tafels waar de kaarten heet zijn. Hij lijkt volkomen onbezonnen te spelen, acteert dat hij dronken is, en valt daardoor niet snel door de mand. Welke tafel hij moet hebben, wordt hem ingefluisterd door een spotter of een back-spotter.
Big player
Is in feite een spotter, maar dan met een veel groter budget. Hij gedraagt zich als casino-habitué, een rijke speler die vooral voor zijn plezier grote bedragen inzet. Maar ondertussen speelt hij vrijwel alleen aan hete tafels.
En zo werden al die studenten miljonair?
Het MIT Blackjack Team verdiende inderdaad heel veel geld.
Maar dat moest worden verdeeld onder alle leden van het team. Vaak waren er ook geldschieters – want waar haal je anders als eenvoudige student het kapitaal vandaan om grof mee in te zetten?
De financiers verlangden uiteraard hun investering terug plus rente en een deel van de behaalde winst.
Daarbij komt, met kaarten tellen win je niet gegarandeerd altijd elk spelletje blackjack. Slechts je kans op winst wordt groter.
Kijken: Braking Vegas Documentary
Met deze achtergrondinformatie weet je genoeg om de documentaire Breaking Vegas, The true story of The MIT Blackjack Team te bekijken.
Ga er wel even voor zitten, want deze spannende film duurt 1 uur en 30 minuten.