Ipsos: online casino met Nederlandse vergunning wordt populair

Van alle Nederlanders die weleens online een gokje wagen, wil 59% het liefst bij een aanbieder spelen met een Nederlandse vergunning. Een ruime meerderheid geeft daarmee aan baat te hebben bij de nieuwe wet Kansspelen op Afstand (KOA), waarmee een vergunningenstelsel voor goksites wordt ingevoerd.

Dit blijkt uit onderzoek van het gerenommeerde onderzoeksbureau Ipsos, waarvan de resultaten zojuist zijn gepresenteerd in Den Haag.

Online casino’s zonder Nederlandse vergunning worden minder vertrouwd door Nederlandse consumenten, zo blijkt uit het onderzoek. Spelers zijn bang dat eventuele winsten niet worden uitbetaald of vinden het simpelweg onprettig om in een illegale omgeving te spelen.

De deelnemers aan het onderzoek geven wel aan dat goksites met een Nederlandse vergunning net zo’n aantrekkelijk spelaanbod moeten hebben als buitenlandse sites; een deel van de spelers stapt anders niet over.

Online Kansspel Barometer

Het onderzoek, dat de naam de Online Kansspel Barometer heeft meegekregen, vond de afgelopen maanden plaats op verzoek van de branchevereniging NOGA (Nederlandse Online Gambling Associatie).

De leden van de NOGA zijn bedrijven die in Nederland een online kansspelvergunning willen aanvragen. Dankzij de nieuwe kansspelwet worden de eerste vergunningen op 1 oktober 2021 verleend.

De Online Kansspel Barometer levert meer interessante uitkomsten op. Meneer Casino zet er een aantal op een rij:

• 5% van de volwassen Nederlanders speelt regelmatig een online gokspel.
• Onder jongvolwassenen (18-34 jaar) is dat 7%.
• Van de Nederlanders die nu niet online gokken, denkt maar 2% dat wel te gaan doen na de legalisering.
• Onder de huidige online spelers zijn sportweddenschappen het populairst: 55% van de spelers neemt daaraan deel.
• Daarna volgen online casinospellen (41%), online bingo (24%) en online poker (24%).

Ook vroeg Ipsos de deelnemers naar hun mening over reclame voor online kansspelen. Buitenlandse aanbieders maken nu bijvoorbeeld al reclame op internet.

46% van de Nederlanders vindt die reclames irritant. Dat wordt nog wat als alle nieuwe aanbieders straks spotjes op televisie laten uitzenden.

‘Spelers zijn zelf verantwoordelijk’

Opmerkelijk: een groot deel van de spelers (44%) vindt dat dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun speelgedrag en niet het gokbedrijf. Ze vinden dat je zelf een gokbudget moet vaststellen, limieten moet instellen op goksites en je bewust moet worden van de risico’s die aan gokken kleven.

De spelers verwachten wel dat aanbieders hun speelgedrag in de gaten houden en indien nodig ingrijpen.

Ook vindt 87% van de Nederlanders dat op goksites duidelijke informatie moet staan over de spellen. Hoe werken de spellen precies, wat zijn de winkansen en wat zijn de risico’s? Nu is die informatie te vaak verstopt of onduidelijk.

‘Goed nieuws’

Peter-Paul de Goeij, directeur van NOGA, noemt de resultaten uit het Ipsos-onderzoek zeer waardevol.

‘Het doel van de wet KOA is om consumentenbescherming te bieden door het begeleiden van consumenten naar aanbieders met een Nederlandse vergunning. Op het moment dat jonge doelgroepen op de kansspelmarkt actief zijn, is het belang van regulering extra groot.

Door de modernisering van de Nederlandse kansspelwet wordt het voor online aanbieders mogelijk om een licentie aan te vragen. Dat is heel goed nieuws voor de ruim 1 miljoen Nederlanders die al online gokken. Na 1 april worden zij beschermd door Nederlandse wet- en regelgeving.’

Het onderzoek Online Kansspel Barometer was niet eenmalig. Het wordt voortaan elk jaar door Ipsos uitgevoerd, zodat duidelijk wordt welke effecten de Nederlandse wet- en regelgeving heeft op het online gokgedrag van de Nederlanders.

De presentatie van de Online Kansspel Barometer door NOGA en Ipsos is hier terug te kijken.