Japanners besteden €170 miljard per jaar aan dit spel
Het flipperspel pachinko is zo’n beetje de nationale hobby van Japan. Per persoon besteden de Japanners er jaarlijks ruim €1300 aan – en een hele hoop vrije tijd.
Dat Las Vegas al lang niet meer de grootste gokstad ter wereld is, maar de Chinese stad Macau, is redelijk bekend. Niet voor niets staan ‘s werelds acht grootste casino’s – gemeten naar omzet – in Macau.
Maar bijna niemand weet dat er één land is waar nog veel fanatieker gegokt wordt dan in Macau, hoewel er helemaal geen echte casino’s zijn. Namelijk Japan.
De Japanners besteedden vorig jaar het absurde bedrag van €170 miljard aan het flipperkast-achtige spel pachinko. Dat is ongeveer 20 keer zoveel als de jaarlijkse gokopbrengst van heel Las Vegas. En zes keer zoveel als wat er in de casino’s van Macau op de speeltafels en in de gokkasten achterblijft.
De omzet van de kleine 11.000 pachinko-hallen in Japan is ongeveer gelijk aan het bruto nationaal product van Portugal.
Per jaar worden in Japan ruim anderhalf miljoen nieuwe pachinko-kasten geplaatst en er werken meer mensen in de pachinko-branche dan in de gehele Japanse auto-industrie.
Staafjes goud en zilver
Maar is pachinko wel echt een gokspel? Officieel niet.
Pachinko speel je met kleine zilverkleurige balletjes die je in een soort rechtopstaande flipperkast lanceert. Vallen de balletjes in bepaalde vakken, dan spuugt de automaat weer nieuwe balletjes uit.
Ben je klaar met spelen, dan wissel je je balletjes in bij de kassa van de pachinko-hal. Daar kun je kiezen uit allerlei prijzen: knuffelberen, snoep, flessen drank of sigaretten. Geld uitkeren is namelijk strikt verboden.
Maar daar hebben de Japanners iets op gevonden. In plaats van de gewone prijzen, zijn er ook goud- en zilverstaafjes beschikbaar. Met het goud of zilver ga je vervolgens naar een aparte winkel even verderop (vaak zelfs direct naast de pachinko-hal), waar je direct wordt uitbetaald in harde cash. Veruit de meeste spelers kiezen voor deze optie.
Dus in de praktijk is pachinko zeker wel een gokspel. Een behoorlijk verslavend gokspel bovendien. Eén op de elf Japanners is minstens één keer per week in een pachinko-hal te vinden en deze spelers besteden gemiddeld de helft van hun vrije tijd – die in Japan toch al schaars is – aan pachinko.
Megacasino's met duizenden automaten
Toch maakt de pachinko-branche zich zorgen. De Japanse bevolking vergrijst en jonge Japanners komen lang niet zo vaak in de hallen als oudere generaties (het lijken de millennials wel, die Holland Casino mijden).
Tot overmaat van ramp heeft het Japanse parlement vorige week vrijdag een langverwachte wet aangenomen, waarmee het strikte verbod op casino’s opgeheven wordt. Vanaf 2020 kunnen er drie vergunningen verleend worden voor megacasino’s met duizenden speelautomaten en speeltafels met roulette, baccarat en blackjack.
Lopen de Japanners straks nog wel warm voor pachinko als ze in eigen land ook op ‘echte’ gokkasten kunnen spelen? Place your bets!